9 - 13 augustus, Wernigerode - Dessau, 191 km, totale reisafstand 985 km
Lieve familie, vrienden en bekenden,
Van de afgelopen 5 dagen heb ik er maar 3 gefietst: deze reis is ook niet bedoeld om zo snel mogelijk bij het einddoel te zijn; ik wil ook veel zien onderweg. Dus ik ben vanaf Wernigerode met de stoomtrein de hoogste berg van de Harz , de Brocken (1142 m) opgegaan, en vandaag heb ik in Dessau rondgekeken, vooral het Bauhaus en de architectuur van de stad. Schreef ik eerder dat ik nog niet zoveel verschil zag met voormalig West-Duitsland, nu zie ik toch dat deze samenleving een tijdlang een andere geschiedenis heeft gehad, die nog niet is weggepoetst in de afgelopen 30 jaar. Zo zijn er inderdaad de flats, oftewel woonblokken; niet zo grauw als ik verwachtte, want veel ervan zijn opgeknapt, maar toch iets anders dan in het westen. Ook zijn er nog veel echt oude gebouwen nog in verval en niet gerestaureerd. Wat me ook opvalt is het grote aantal volkstuinen en het aantal Seniorenheims, duidelijk kenmerken van het eerdere sociale systeem.
Maar ook de mensen zijn iets anders, lijkt het wel. Wat gereserveerder of stugger. Zo hoefde ik in voormalig West-Duitsland maar even zoekend rond te kijken, of er kwam al iemand me helpen. Terwijl als ik hier iemand de weg vraag, ik deze persoon soms nog een keer duidelijk moet aanspreken en de aandacht vragen, voordat deze reageert (en dan word ik wel vriendelijk geholpen).
Het landschap is, nu ik de Harz achter me gelaten heb, nog slechts licht golvend (vlak, noemen ze dat hier, nou…….). De R1 route gaat helaas nog vaak over slecht wegdek: kapot asfalt, kasseien en kinderhoofdjes, gravel-, grit- en zandpaden. Van irritant tot onfietsbaar, dus ik heb weer heel wat gelopen! Hoewel ik moet bekennen dat dat onfietsbare toch ook wat aan mij kan liggen, dat is te zeggen, aan mijn fiets. Geen slecht woord over mijn Van Herwerden Lady Roadmaster X, maar er zitten wel dunne bandjes op. En iedereen rijdt hier op fietsen met dikke banden of op volledige mountainbikes. Eens over nadenken als ik nog eens zo’n tocht ga doen.
Maar nu de dagverslagen. Ik geloof dat ik een manier gevonden wat foto’s ertussen te zetten. De rest van de foto’s weer onder het tabje foto’s, nu per dag gegroepeerd.
Donderdag 9 augustus, Wernigerode – Brocken – Wernigerode, niet gefietst
Ik ga vandaag met de stoomtrein van de Harzburger Schmalspurbahnen naar de hoogste bergtop van noordelijk Duitsland, de Brocken: 1142 m. In de verre omtrek geen berg zo hoog als deze en van hieraf kun je rondom kilometers ver kijken, als het tenminste helder is. Ik ben een beetje achterin de trein gaan zitten, zowel om al te veel rook te vermijden, als om in een bocht de rijdende locomotief vooraan te kunnen fotograferen. Dat lukt min of meer.
De totale lengte van het traject is 19 km en het hoogteverschil is 900m; de trein doet er dan ook zeker anderhalf uur over. De lijn dateert nog uit de 19E eeuw, het laatste stuk werd voltooid in 1899. Boven gekomen kan ik de locomotief alsnog van dichtbij bekijken. De locomotief wordt afgekoppeld en weer naar voren gerangeerd, voor de terugweg.
Op de top staan enkele gebouwen en zendmasten. Al in de jaren 30 van de 20e eeuw werd de bergtop gebruikt als locatie voor zendmasten. En uiteraard ook in de 2e Wereldoorlog en ten tijde van het IJzeren Gordijn.
Het is een beetje heiig op de top en de foto’s van het uitzicht zijn dus niet optimaal.
Er is boven ook een museum/expositie over de Brocken. De berg was niet toegankelijk voor het publiek in de 2e WO, en ook niet meer vanaf 1961, toen de koude oorlog echt begon. Pas in 1990, na de “Wende”, en na vele protesten, werd de stoomtrein weer in ere hersteld en de Brocken toegankelijk.
Als ik na terugkomst ’s avonds op het terras van mijn hotel wil eten, régent het! De eerste regen die ik zie tijdens mijn tocht, maar het buitje duurt maar heel even.
Vrijdag 10 augustus, Wernigerode – Ballenstedt, 49 km
Vroeg in de ochtend heb ik een aparte ontmoeting: op een stil stuk in het bos zie ik een jonge wasbeer aan de kant van de weg!
Hij zit er wat hulpeloos, en z’n ene pootje lijkt lam, maar ik weet niet wat te doen, dus laat ik hem achter met de hoop dat hij vanzelf opkrabbelt.
Verder is het een vrij hopeloze dag. De temperatuur is weliswaar prima, in de ochtend heb ik zelfs een 2e shirt nodig, maar het wegdek is compleet drama. M’n gemiddelde snelheid (langzaamheid is een beter woord) is slechts 8 km/u. Ik heb het gevoel bijna de helft gelopen te hebben. Dit is niet leuk meer. Ik wilde een fietstocht doen.
De routemakers van de R1 scheppen er kennelijk genoegen in om zoveel mogelijk moeilijke paden in de route op te nemen. Leuk voor mountainbikers zonder bagage, maar een ramp voor mij met m’n smalle bandjes en bagage. Ook voert de route vandaag langs de noordoost kant van de Harz, naast het vlakke land, maar de R1 blijft maar weer telkens de berg opgaan. De – prachtige en weidse – uitzichten maken het niet meer goed.
Tegen elven kom ik een jonge Poolse fietser tegen. Hij gaat in Eindhoven studeren, en dit leek hem een handige manier om zichzelf en zijn fiets naar Nederland te transporteren. We maken een babbeltje – in het Engels – en we hebben het over de slechte kwaliteit van het wegdek. Er staat me nog wat te wachten, begrijp ik, zeker in Polen….
Ik kom langs het toeristische plaatsje Thale, vanwaar je met een kabelbaan de berg op kunt en naar bijzondere rotsformaties kunt lopen (niet gedaan). Ook is er in Thale en heksenmuseum; heksen staan immers centraal in de legendes en sagen van de Harz.
Gezien m’n “snelheid” doe ik over de 49 km van ’s ochtends half zeven tot na vijven in de middag, en kom dan aan bij het geboekte “Gäste und Seminarhaus”, een eenvoudig pension in het stille plaatsje Ballenstedt. Daar kom ik ook weer een Duits stel tegen, dat ik eerder vandaag ontmoette. In Ballenstedt zit gelukkig wel een Grieks restaurant, waar ik lekker eet. Dan naar bed, al om 21.30 u. Ik ben moe!
Zaterdag 11 aug, Ballenstedt – Bernburg, 74 km
Redelijk vroeg weg, temperatuur is nog koel, 2 shirtjes. Weer veel weidse uitzichten over glooiend land, en veel slecht wegdek. Ik zie ook regelmatig groepen windmolens staan.
Vandaag gaat de route over het algemeen bergafwaarts, van 260 m tot ca. 60 m, met nog wat hellingen en afdalingen tussendoor. M’n banden lijken wat zacht te zijn en gelukkig is er na een tijdje in het dorpje Hoym, Seeland, een fietsenwinkel/fietsenmaker. Voor niets worden de banden weer op spanning gebracht (natuurlijk wel fooi gegevven).
Bij de supermarkt daarnaast koop ik wat krentenbollen – heten hier Rosinen Butter Brötchen – en ik drink er een kop koffie. En dan zie ik weer iets dat duidelijk maakt dat Nederlands en Duits weliswaar veel op elkaar lijken, maar dat sommige woorden toch echt een iets andere betekenis hebben:
(En dan die wat foute man erbij, met zo’n raar gebaartje…..)
Verderop kom ik lang een op de kaart aardig uitziend meertje, maar dat is zwaar verboden toegang, Bergbaugelände. Het fietsen vandaag gaat vrij aardig, ik ben een beetje over mijn dipje van gisteren heen. Maar er zijn wel de gebruikelijke hindernissen, zoals de keuze tussen een slechte gravelweg en een “fietspad”. En soms kun je ergens absoluut niet door:
Er is gelukkig noodbrug even verderop.
Bernburg, m’n eindbestemming van vandaag is een klein, redelijk aardig stadje en het hotel ligt direct aan de R1. Als ik, na m’n wasje en me te hebben verkleed, op zoek ga naar een restaurantje loop ik langs een winkel met van dat oranje folie op de ruiten tegen de zon. Heel erg jaren vijftig/zestig, ik herinner me het van de winkels op het Heeswijkplein in Den Haag, toen ik klein was.
Het restaurantje waar ik uitkom is Boheems, en ik heb er lekkere paddenstoelen gegeten en de zon onder zien gaan.
Zondag 12 augustus, Bernburg – Dessau, 68 km
Net als vorige dagen, glooiend terrein (soms zie je niet dat de weg omhoog gaat, maar denk je dat je pap in je benen hebt, en soms gaat het ineens lekker makkelijk). Het wegdek is nog steeds verre van optimaal, maar laat je soms wel de keuze tussen hobbelige kasseien of kapot trottoir :-).
En ook nu weer weidse uitzichten, akkers en windmolens.
Bij een kasteeltje word ik, althans volgens de muurschildering, hartelijk welkom geheten. Het is het eigendom van de familie Van de Merwe (!), die er o.a. de grootste vingerhoedverzameling ter wereld tentoonstelt, althans volgens eigen zeggen. Helaas geldt het welkom alleen op afspraak kennelijk.
Een uurtje later drink ik een echte goede cappuccino bij een pizzeria annex ijssalon in een klein stadje. Als ik daarna verder de markt op fiets, zitten daar 4 Duitsers die 3 dagen terug in hetzelfde pension in Ballenstedt als ik overnachtten. Ook zij fietsen de R1, maar van Münster tot Berlijn, en met elektrische ondersteuning! Dat ik het, vanuit Nederland, en alleen met puur spierkracht doe, oogst enige bewondering. Ik kom hen later weer tegen als zij langs fietsen terwijl ik weer eens uitgebreid foto’s sta te nemen, dit keer van een tot kunstproject van een basisschool gepromoveerd bushokje.
Schilderingen zijn hier overigens populair, op huizen en op flatgebouwen.
En in het dorpje Reppichau, even verderop, is een complete buitenexpositie:
Het fietsen gaat vrij aardig vandaag, en het feit dat de R1-bordjes langs een omweg door het bos leiden (althans in vergelijking met m’n routeboekje) is geen probleem. Nu kom ik echter dicht bij de Elbe uit, en daarom fiets ik nog zo’n 3 km om, zodat ik deze rivier ook kan zien.
Net in Dessau kom ik langs het “Hugo Junkers Technik Museum”. Junkers was een vliegtuig-ingenieur en -ontwerper die leefde van 1859 – 1935. Hij ontwierp de eerste vliegtuigen die geheel uit metaal bestonden.
Dessau was vaan oudsher een industriestad, maar als ik de stad in fiets is de eerste indruk er een van leegte. Brede straten, maar nauwelijks verkeer of mensen. Apart. Ik vind snel m’n hotel en besluit hier een dagje extra te blijven. Ik wil het Bauhaus museum zien, en de lokale architectuur.
Ik word overigens vrolijk van de lift in het hotel:
Als ik op zoek ga naar een restaurantje en bij de receptie naar de richting naar het centrum van de stad vraag, blijk ik daar al te zitten. Zo ziet het er niet uit. Eerder een buitenwijk uit de jaren vijftig of zestig. Beetje vreemd.
En gegeten bij het “Erstes Dessauer Kartoffelhaus”.
Maandag 13 augustus, Dessau, niet gefietst
Nu het maandag is, is het ook iets drukker buiten, maar nog altijd wat vreemd leeg. Er gaat hier een spciaal busje, linie 10, naar het Bauhaus museum en langs de onder Bauhaus architectuur gebouwde wijken. Op weg naar de halte kom ik langs een overdekt winkelcentrum, wat er ineens wel erg 21e eeuws uitziet, en waar ook wat mensen rondlopen.
Om kwart over tien komt het busje. Met een kaartje van EUR 1,70 krijg ik een uur lang een privé-tour langs alle Bauhaus-wijken en -gebouwen, door heel Dessau.
Even ter info enige Wikipedia tekst over Bauhaus:
“Het Bauhaus was een opleiding voor beeldend kunstenaars, ambachtslieden en architecten die van 1919 tot 1932 eerst te Weimar later te Dessau en daarna nog een jaar in Berlijn gevestigd was en werd geleid door Walter Gropius. Zijn zowel theoretisch als praktisch toegepaste programma was een synthese van plastische kunsten, ambachtelijke techniek en industrie. Vooral onder invloed van de Nederlandse kunstenaar Theo van Doesburg, die samen met Piet Mondriaan in 1917 de kunstbeweging De Stijl had opgericht, evolueerde Bauhaus van het expressionisme naar het modernisme.
Gropius' studenten ontwierpen er efficiënte, elegante meubelstukken en gebruiksvoorwerpen. Strak van lijn, eenvoudig van vorm, zeer functioneel. De opklapbare meubels, bedoeld voor een nogal klein uitgevallen arbeiderswoning, of de vrijgezellenkast op wieltjes die je aan twee kanten kan openen, vielen op in het gamma. Multifunctionaliteit leek her-uitgevonden door Bauhaus.Bauhaus is zowel een kunstenaarsschool, een pedagogisch project als de wieg voor het Bauhaus-ontwerp. De kunstenaarsschool evolueerde van een academie voor kunst & architectuur tot een cultuurbegrip. De nieuwe gebouwen in Dessau, zelf ontworpen door Gropius toen het Bauhaus Weimar in 1925 moest verlaten, zijn even spectaculaire voorbeelden van moderne architectuur als het project van de nieuwe arbeiderswijk in Dessau.
In de school werd les gegeven op een manier die nooit eerder was vertoond. De studenten dienden hun eigen creativiteit te exploreren, door te werken met de meest uiteenlopende materialen. Er werd bewust en gedreven gezocht naar een architectuur die maatschappelijke impact heeft.Vele docenten en studenten geloven dat een betere architectuur en woonomgeving mensen beter laat worden, en uiteindelijk mede leiden tot een veranderde (volgens Bauhaus dus betere) wereld. Zodra mensen in luchtige, zonnige ruimtes kunnen wonen, in simpele woonblokken zonder enige versiering, zouden ze als vanzelf anders gaan leven, meer solidair en gelukkig.
In 1925 verhuisde het Bauhaus naar Dessau. Daar bouwden ze een nieuw complex, in een soort van molenwiekpatroon van verschillende gebouwen. De eigen uitgave van de BauhausbĂĽcher met geschriften van onder andere Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Wassily Kandinsky, Paul Klee, Kasimir Malevitch en Gropius zelf draagt uiteraard bij tot de bekendheid van het Bauhaus. In 1928 verliet de stichter Gropius het Bauhaus en werd hij opgevolgd door Hannes Meyer, die in 1930 op zijn beurt werd opgevolgd door Ludwig Mies van der Rohe.
Het Duitse nationaalsocialisme wilde van het Bauhaus af en dwong het in 1932 naar Berlijn te verhuizen. Nauwelijks een jaar later werd het opgedoekt.
Zowel leraren als leerlingen verspreidden zich na 1933 over de westerse wereld en vooral in de Verenigde Staten propageerden onder anderen Gropius, Mies van der Rohe, Joseph Albers, Moholy-Nagy en Marcel Breuer verder de ideeën van het Bauhaus.”
Zo, dan weten jullie waarover het gaat :-).
De chauffeur/gids van het busje rijdt me langs diverse gebouwen en geeft uitleg. Veel flatgebouwen uit de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw zien er nog tijdloos modern uit.
En weer zie ik, al rondrijdend, hoe leeg Dessau is. In de hoogtijdagen, de jaren dertig, had Dessau zo’n 140.000 inwoners, nu nog slechts 85.000. Hele stukken land liggen braak, waar huizen zijn afgebroken omdat ze niet meer voldeden en omdat er geen vraag meer naar was. Dessau heeft ook zo’n beetje de oudste bevolking van Duitsland. In de 2e WO is de stad door geallieerde bombardementen voor 80% verwoest, en vervolgens in verschillende stadia weer opgebouwd. De chauffeur/gids laat me een aantal foto’s zien, waaronder een van vlak na de oorlog, een vernietigde stad.
“Wie wind zaait, zal storm oogsten”, zegt hij filosofisch.
Hij zet me na de rondrit af bij het Bauhaus.
Voor ik me verder in architectuur en cultuur ga verdiepen, eerst even koffie…..
Het gebouw en de exposities zijn interessant, en een must voor architectuurstudenten, lijkt me.
Ook is er een winkel waar design-artikelen worden verkocht, en ik zie de originele versies staan van m’n oude eetkamerstoelen, nu afgedankt op zolder….
Na dit bezoek loop ik terug naar mijn hotel in het “centrum”, en ga onderweg langs bij het station om de treintickets voor de terugreis vanuit Gdansk, Polen, af te laten drukken en op te halen. Omdat er zo’n lange tijd tussen zit, kon ik deze tickets nog niet meekrijgen in Nederland. Het duurt even, maar de vriendelijke dame aan het loket regelt het, dus ik kan in ieder geval straks terugreizen!
Je ontkomt in deze stad niet aan de recente en iets oudere historie. Zo loop ik na het station langs het “Anhaltisches Theater” een imposant gebouw in pompeuze Nazi-stijl (Anhalt was het Duitse staatje waar Dessau vroeger de hoofdstad van was).
Overigens moesten de Nazi’s niets hebben van de minimalistische Bauhaus-stijl. Als ik verder loop, zie ik In het parkje tegenover het theater een standbeeld staan van Karl Marx.
En in een kerk nog even verderop, de St. Mariën, staat deze klok op de grond,
met erom heen de teksten:
Ik ben een klok, het oudste voorwerp in deze ruimte.
Vermoedelijk werd ik in 1440 gegoten. Ik had een mooie klank toen, bij het luiden.
In het 3e Rijk onderging ik het lot van vele klokken: men haalde mij uit de toren en maakte mij stemloos.
Op een Hamburgs klokkenkerkhof was ik er een van duizenden; ze moesten allen zwijgen.
We waren nummers geworden, ik had nummer 6/34/71.
Wij stonden daar en wachtten op onze dood om anderen – levende mensen – te doden.
Maar een wonder is geschied: samen met enige gezusters van St. Mariën keerde ik terug,
Terug in het ruĂŻneveld, dat ooit Dessau was. NU STA IK HIER.
Mijn kroon is verwoest, maar niet mijn boodschap aan JOU:
Jij bent verantwoordelijk voor alles – voor alles wat er morgen zal zijn, wanneer je heden zwijgt.
Een mooie boodschap om dit verslag mee te eindigen.
Reacties
Reacties
Leuk om ook info erbij te krijgen van Wikipedia , gratis geschiedenisles. Weer leuk geschreven Tanja succes weer op de route.
Wat ontzettend leuk om jouw reis zo te volgen. Ik geniet van je verhalen. Succes met het slechte wegdek en de volgende etappes!
Hoi Tanja, wat heb je weer een hoop meegemaakt en gezien. Leuk hoor al die verhalen. Sterkte met fietsen verder! We wachten weer op je volgende verhaal. Groetjes X
We zijn weer helemaal bij. Wat een tocht Tanja. Heel anders dan destijds naar Frankrijk/Marokko maar mi zeker even indrukwekkend.
Hallo Tanja
Wat een barre tocht met al dat slechte wegdek zitten je nieren nog wel op de goede plaats ?
Leuk dat je ook de geschiedenis erbij plaatst zo leren wij ook nog wat. Je bent al bijna op de helft goed hoor. Veel veilige km toegewenst
Hoi Tanja weer leuk om te lezen. Oost Duitsland is bij onbekend. Je ziet weer veel. Hopelijk maakt dat het vele lopen en de slechte wegen goed. Geniet ze en succes weer
Weer veel geschiedenis lessen, leuk. Nou deze tocht valt niet mee met het slechte wegdek. Jammer hoor, maar je bent een bikkel. Leuke foto’s, ik geniet er van. Succes de komende dagen. Ook voor je fiets ?. Kijk uit naar je volgende verslag ??
Hoi Tanja, wat een interessante reis is het tot nu toe, jammer van het slechte wegdek, gelukkig kun je het rustig aan doen en genieten van de omgeving. Nog heel veel plezier en ik kijk uit naar je volgende verslag.
Wat een geweldig mooie tocht, en heel moedig in je eentje!
Leuk om te lezen, ik was met vrouw en kinderen in 1974 in Polen,heel spannend, het was toen nog van de USSR. veel plekken waren herkenbaar, we zaten in Mielno op een camping. Wat is het welvarend geworden! Knap dat je je kon redden met de taal en tel. een hotelkamer reserveren!, ging veel in het Duits? Woon je nog in Den Haag? Wij wel aan de Veenkade, je kunt hier overnachten als je wilt, je hebt zoveel verhalen ....welkom Groet Han en Annie Busstra No 109a
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}